De kruidengeneeskunde is een van de oudste therapeutische methodes. Ze behoort tot de volksgeneeskundige behandelmethodes die voornamelijk gebaseerd zijn op traditionele ervaring. De kruidengeneeskunde is thuis op alle continenten en in alle culturen.
De term fytotherapie werd in de medische wetenschap geïntroduceerd door de franse arts Henri Leclerc (1870-1955) als een wetenschappelijk georiënteerde voortzetting van de tot dan toe beoefende „kruidengeneeskunde“.
Fytotherapie is zodoende de wetenschap van het behandelen en voorkomen van aandoeningen en ziektes met planten, hun extracten of natuurlijke producten (kruidengeneesmiddelen = fytofarmaceutica).
De helende kracht van planten wordt tegenwoordig steeds belangrijker. Dit omdat het verlangen naar een mild en zachtaardig medicijn groeit.
Het voordeel ten opzichte van chemisch-synthetische gennesmiddelen is een groter therapeutisch bereik, minder bijwerkingen en minder intoleranties ten opzichte van andere geneesmiddelen. Als ze correct worden gebruikt en gedoseerd, dan behoren ze tot een van onze meest effectieve en veilige medicijnen, die voornamelijk toegepast worden bij chronische en terugkerende aandoeningen.
De fytofarmaceutica worden toegediend als tabletten, dragees, capsules, zalven, geperste sappen, tincturen of thee.